Meditatie Kerkblad

 

 

 

Op deze pagina kunt u uit ons kerkblad de meest recente meditatie lezen.


Meditatie: Het profetische Woord

‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.’ (2 Petrus 1 : 19)

De apostel Petrus draagt de gemeente op zijn hart en weet dat zijn sterven, de aflegging van zijn tent, zijn lichaam, spoedig zal geschieden. Hij haast zich nogmaals de gemeente op te wekken door vermaning.
De aanleiding tot zijn schrijven is het optreden van dwaalleraars die de gemeente bedreigen. Dezen grijpen Gods genadige verlossing door de Heere Christus aan, maar… doen dat om die te verdraaien tot een vrijbrief om te zondigen. Ook loochenen zij de komst van de dag van het gericht en de verschijning van de Heere in heerlijkheid om alle goddeloosheid te wreken.
De apostel wil de gelovigen voor de misleiding door deze lieden behoeden. Hij spoort  de gemeente aan tot beoefening van die geloofsdeugden die hen sterken kunnen tegen de invloed van deze zondaars. En hij bindt hun op de ziel de onbedrieglijke waarheid van het Evangelie en van de verschijning des Heeren om te oordelen de levenden en de doden. Tot weerlegging van de dwaalleraars, die de Schrift verdraaien en loochenen, en tot versterking van de gelovigen schrijft de apostel: ‘Wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’
Met oor en oog is Petrus getuige geweest van de vastheid van het Woord. Het profetische Woord kondigde de komst van de Heere aan en in Christus’ komst is de vervulling gekomen. ‘Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord,’ mag de apostel zeggen. Niet alleen als oorgetuige, ook als ooggetuige mag de apostel een onverdacht getuigenis afleggen. Hij herinnert de gelovigen aan wat hij met Jakobus en Johannes op de berg der verheerlijking heeft gezien. Zij zijn aanschouwers geweest van Christus’ majesteit. Met eigen oog heeft hij gezien hoe Christus aan de ingang van Zijn lijden eer en heerlijkheid van de Vader heeft ontvangen; hoe daar uit de hoogwaardige Heerlijkheid een stem klonk: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!’ (Matth. 3 : 17b)
De God des hemels deed Petrus nogmaals de Christus zien als Zijn eniggeboren Zoon, Die gereedstond om Zich te geven onder Gods toorn en vloek, tot behoud van een verloren zondaarsvolk en tot handhaving van Gods eer; Die Zich ook eenmaal in volle Goddelijke luister voor aller oog zal openbaren.

Is de apostel reeds als oorgetuige van de vastheid van het Woord overtuigd, door het aanschouwen van de verheerlijking op de berg is hij nog stelliger van de waarheid van het Woord overtuigd. Christus’ verheerlijking was de bevestiging dat Hij de Zoon van God was, en dat God in Hem de vervulling van Zijn belofte had gegeven.
‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ Wat een bemoediging en troost ligt er in deze woorden. Wat geschreven staat, daar kunnen we vast op aan. Gods Woord is Gods Woord. De schrift is van Goddelijke oorsprong. Petrus zegt: ‘…want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.’ De schriften zijn de woorden die God ons zond, en die zijn allemaal zeer vast.
Nogmaals: hoe troostrijk is dit Woord als onze ogen er voor opengaan. Hierop mogen we ons verlaten.  De goede Herder heeft verklaard dat niemand één Zijn schapen uit Zijn hand zal rukken. Dat staat vast. Laat de dief proberen in te breken, laat het schaap dwaalziek zijn, het oog van de Herder blijft waakzaam en Hij zal alle vijanden verdelgen. De Heere verzekert de Zijnen dat Hij in het grootst gevaar bij hen zal zijn. Laat de wateren bruisen, de God van Jakob is een hoog vertrek; dat staat vast.

‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ Dat geldt niet alleen van de beloften van de Heere, maar ook van de bedreigingen van de Heere. Er staat geschreven dat de goddelozen geen vrede hebben. Het staat vast dat de Heere ten gerichte komt; dat de schapen en de bokken voor de Troon gescheiden zullen worden; dat er geen terugkeer zal zijn uit de buitenste duisternis, waar gehuil zal zijn en knersing der tanden.
Gods Woord is vast, én in Zijn beloften, én in Zijn bedreigingen. Heeft u dat Woord als een lamp voor uw voet, als een licht voor uw pad? Dat Woord is ons door God in de tijd der Reformatie gegeven. Dat Woord is zeer vast.

‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ Staat dat Woord geschreven in uw hart? Het is niet genoeg, wanneer u oppervlakkig zegt: Het staat in de Bijbel, ik geloof het. Wat is dat voor een geloof? Het Woord moet ín ons leven. Wíj moeten niet alleen het Woord hebben, maar het Woord moet óns hebben. Zijn we erdoor gegrepen? Dat is wat anders dan verstandelijk toestemmen. Gegrepen worden door het Woord is: komen onder de mokerslagen van het Woord, dat onze harten verbrijzelt. Gegrepen woorden door het Woord is: in aanraking komen met een tweesnijdend scherp zwaard, dat ons neervelt in de diepte van zonde en schuld. Het wordt een omkomen. Maar, wat een wonder… om dan op te mogen staan! Want daar, waar we worden neergeschoten, komt de Christus Zich openbaren, Die moedelozen en bedrukten opricht uit het stof, Die gewonden balsemt en geneest.
Vraag daarom steeds, aanhoudend om de bediening van de Geest, Die de Heere naar Zijn Woord wil schenken aan degenen die Hem zonder ophouden daarom bidden.

‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ U die deze Jezus nog niet kent, vreest! Moge de schrik des Heeren u bewegen tot het geloof. Nog is het de dag der zaligheid.
‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ U, die echt bezorgd bent vanwege uw zonden, grijp moed. Het staat vast dat de Christus is gekomen om verlorenen te zoeken en zalig te maken.
‘En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is.’ Jongens en meiden, bestudeer en overdenk biddend dat Woord.!
Koning der Kerk, dank voor de gave van Uw Woord, dat zeer vast is voor het verleden, voor het heden en… voor de toekomst. De verheerlijkte Christus komt weldra weder. Maranatha!

ds. J. Catsburg (1929 - 1984)
Uit: Door diepte naar de hoogte, uitgeverij Gebr. Koster

 

Meditatie: Verloren en gevonden…

‘Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.’ (Lukas 15 : 6)

‘Jezus neemt de zondaars aan’. Dat is de troostvolle boodschap van de ontroerende gelijkenis van het verloren schaap. Het verloren schaap is het beeld van de mensheid die de gemeenschap met de Heere verbrak en bij Hem vandaan dwaalde. Wij zouden voor altijd verloren zijn geweest, als niet de Goede Herder uit de hemel was neergedaald om ons uit de ellende waar we zelf verantwoordelijk voor zijn te redden. Door Zijn dood en opstanding verwierf Hij nieuw leven, is er vergeving en worden zondaren verlost. Bij Zijn troonsbestijging roept Hij de hemelingen toe: ‘Verblijdt u met Mij, want Ik heb Mijn schaap gevonden, dat verloren was’.
In de hemel is er blijdschap over één zondaar die zich bekeert. Het gaat in deze gelijkenis dus in de eerste plaats over de afzonderlijke zondaar. De gemeenschap met God verlaten, eigen wegen verkiezen, ontevreden zijn met de door God aangewezen weide: is dat niet de oude en altijd weer nieuwe geschiedenis van het verloren schaap? Voor het oog gelukkig, maar toch met een onrustig geweten door het leven gaan.
Maar hoor hoe groot de liefde van God is. Hij laat de negenennegentig schapen achter om dat éne schaap dat mist te zoeken. Wie is dat ene schaap? U bent het! Ik ben het. De trouwe Herder zoekt dat ene schaap. Hij gaat het achterna. Hij vindt het op de hoogten van eigen trots en hoogmoed waar het dwaalt. Hij zoekt het in de diepten van de zonde. Hij roept het. Zijn stem klinkt door de woestijnvlakte en weerkaatst tegen de rotswanden. Zal het dolende schaap Zijn stem herkennen?
Dwaalziek mens, hoort u, kent u de stem van de goede Herder niet die u roept? O zondaar, wachten Gods engelen tevergeefs op uw bekering? Laat u toch redden. Laat de liefde van Christus u dringen en raken. Wie heeft meer liefde voor u dan Hij? Wie verlangt meer dan Hij om u te redden? Hij, Die omwille van u de dood, ja de kruisdood ingegaan is. Hebt u zich laten vinden? Zult u die trouwe Herder er niet voor danken? Blijf dicht bij Hem en laat uw liefde Hem prijzen. Voor eeuwig en altijd.

ds. J.H. Gunning
Uit: Vriend en metgezel, 11 april 2024

 

 

 

Uit ons Kerkblad van 23 juni - 15 september 2024